Europese Cultuurperiode (van 100 v Chr. tot 2500)
Astronomisch lentepunt in Vissen, werkzaamheid op aarde: van 1413 tot 3573
Vanaf deze tijd vond opnieuw een grote verandering van het bewustzijn van de mensen plaats; met name in de verhouding van de mens tot de natuur veranderde er veel. Het spontane meelevende bewustzijn van de Griekse en middeleeuwse mens maakte plaats voor het z.g. toeschouwersbewustzijn. De mens werd nog veel meer een aardeburger en de drang om alles te onderzoeken werd met name vanaf de 15e eeuw veel sterker. Hoewel de echte groei van de natuurwetenschappen pas vanaf de 16e en 17e eeuw plaatsvond.
In de schilderkunst zie je dat de schilders vanaf ongeveer 1415 alles veel exacter gaan waarnemen en weergeven. Heel typerend voor deze tijd zijn de ontdekkingsreizen. Ook de ontdekking van het perspectief is een symptoom van de enorme bewustzijnsverandering van deze tijd. Een hele belangrijke uitvinding uit deze tijd was de boekdrukkunst van ca. 1440, waardoor nieuwe inzichten en ontdekkingen zich veel sneller konden verspreiden.
Aan het einde van de Middeleeuwen kwam met name via Spanje, waar veel Moorse invloeden geweest zijn, Arabische astronomische kennis Europa binnen. De overgang van het geocentrische wereldbeeld naar het heliocentrische wereldbeeld, waar de domheer of kanunnik Copernicus zo’n belangrijke bijdrage aan geleverd heeft, past geheel in de bewustzijnsverandering van deze nieuwe tijd. Omdat zijn ideeën tegen de toenmalige opvattingen binnen de katholieke kerk in gingen, heeft Copernicus zeer lang gewacht voordat hij tot een publicatie van zijn denkbeelden besloot. Hij zag de eerste druk van zijn hoofdwerk De Revolutionibus Orbium Coelestium pas op zijn sterfbed, terwijl hij er al meer dan 25 jaar mee bezig was.
Twee belangrijke astronomen, die veel bijgedragen hebben aan de ontwikkeling van de sterrenkunde waren de Deen Tycho Brahe en de Duitser Johannes Kepler. De edelman Tycho Brahe was een zeer goede waarnemer van de sterren. Hij was bevriend met de Deense koning en mocht van de koning een prachtige sterrenwacht bouwen op een eiland in de Sont. De laatste jaren van zijn leven kreeg hij een aanstelling bij een vorst in Praag, waar ook de astronoom Keplerkwam. Johannes Kepler heeft veel te danken aan de zeer nauwkeurige waarnemingen van de planeetbewegingen van Brahe, met name van de planeet Mars, waardoor hij zijn beroemde drie wetten heeft kunnen opstellen. Zijn 1e wet luidt: De planeten bewegen zich volgens ellipsen met de zon in een der brandpunten. De 2e wet: In gelijke tijden doorloopt de voerstraal van een planeet sectoren van gelijk oppervlak. De 3e wet: de kwadraten van de omloopstijden verhouden zich als de 3e machten van de gemiddelde afstanden tot de zon.