Biografie Elisabeth van 21 - 35 jaar
In 1900 werd ze lid van de Theosofische Vereniging met ambivalente motivatie en later tegenzin. ’Er werkte een kracht in haar die sterker was dan zij. Ze kende die kracht wel, maar was niet gewend dat ze niet kon doorzien, waarom het ging zoals het ging. Waarom werd ik lid van zo’n onsympathiek gezelschap. En waarom was ik lid geworden terwijl ik het eigenlijk niet wilde…’. In juli 1903 hoorde ze voor het eerst een voordracht van Rudolf Steiner in Londen. De eerste indruk was zeer indrukwekkend en zou ze nooit vergeten. ‘Een man trad de zaal binnen: donker, slank, rechtop, mager, gekleed in een lang afhangend, bijna priesterlijk zwart jacquet. Het gezicht vol vuur, gespannen aandacht, vol beheersing. Hij maakte zo’n indruk dat ze haar buurvrouw aanstootte en zei: kijk nou eens, wat komt daar nou aan?’ Inhoudelijk beviel de voordracht haar niet. Ook zijn spreken vond ze irritant.
Met de tweede voordracht in de zomer van 1904 in Amsterdam over mathematiek en occultisme kon ze niets beginnen, het bleef louter bij woorden. Ze werd aan Rudolf Steiner voorgesteld en vertelde schuchter wat ze studeerde. Rudolf Steiner moedigde haar aan op haar weg voort te gaan. Hij waardeerde haar mathematisch astronomische studie en zei dat het de beste voorbereiding voor de geesteswetenschap was. In 1904/05 las ze: ‘De weg tot inzicht in hogere werelden’, dat als artikelen in een Theosofisch tijdschrift verscheen; dit zorgde voor een blijvende indruk en ze startte met oefenen. In 1906 werkte ze als lerares wiskunde een aantal jaren op de MMS. In mei/juni 1906 volgde Elisabeth twaalf voordrachten over kosmologie in Parijs. Met Pinksteren 1907 hoorde ze in München bij een congres van de Theosofische Vereniging aansluitend een grote cyclus van Rudolf Steiner ‘De Theosofie van de Rozenkruizers’ die veel voor haar betekende. Door deze voordrachten was dat onbevredigende gevoel dat ze altijd bij de theosofen beleefde volledig overwonnen. Daarna volgde de losmaking van de esoterische school van Rudolf Steiner van die van de Theosofische Vereniging en de leerlingen kregen van Rudolf Steiner de opdracht te kiezen. Elisabeth koos voor Rudolf Steiner.
In 1908 was er een grote voordrachtcyclus in Nederland en vanaf deze tijd hoorde Elisabeth nagenoeg alle voordrachten. Door haar persoonlijke financiële ongebondenheid, haar enorme opnamekracht en haar brede horizon kon ze dit doen. Ze werd opgenomen in de Klasse Uren en beleefde Rudolf Steiner als persoonlijke leraar. Op dertigjarige leeftijd las ze “De wetenschap van de geheimen der ziel” en dit maakte een enorme indruk op haar. Ze voelde zich losgemaakt van alle aardse omgeving en liep als in een droom rond.
Begin 1910 verhuisde ze naar Motzstraße 17 in Berlijn en woonde in hetzelfde huis als Rudolf Steiner en Marie von Sivers, om zich volledig met de beweging van Rudolf Steiner te kunnen verbinden. Berlijn beklemde haar, ze vond het een lawaaierige stad met gebrek aan uiterlijk schoon en dicht op elkaar staande huizen. Wanneer Rudolf Steiner ’s avonds laat thuis kwam en het licht in zijn kamer ging aan, dan gaf dat haar een veilig gevoel. Bij tegelijkertijd aankomen liet Rudolf Steiner dames altijd voorgaan, maar dat gaf haar altijd het gevoel van de omgekeerde wereld. In 1910 vroeg Rudolf Steiner haar natuurwetenschappelijke voordrachten in Zwitserland te houden en over hogere mathematiek en natuurwetenschappelijke geschiedenis te spreken, naar haar waarnemingen, begrippen en hypothesen. En hij vroeg haar een boek te schrijven over de (on)geldigheid van de hypothesen in de natuurwetenschap. Tegen deze opgave voelde ze zich niet opgewassen. Ze hielp wel met het uittypen van gestenografeerde teksten van zijn voordrachten.
In april 1912 ging ze mee naar Helsinki voor een hernieuwde grote kosmologische cursus. In dezelfde tijd sprak Rudolf Steiner ook over de Kalender 1912/13 die hij zelf had samengesteld. Voor elke dag historische aanwijzingen, tekeningen van Imme van Eckhardtstein, en de Zielenkalender. Op 20 september 1913 was de Grondsteenlegging van het 1e Goetheanum te Dornach.